Skip to content
Geschiedenis
Geschiedenis
Menu

Geschiedenis

Het Sint-Pietersdalklooster
De geschiedenis van het Sint-Pietershof gaat terug tot het begin van de 15e eeuw.
Het was op 5 juli 1425 dat twee priesters en vijf leken, allen aanhangers van de door Geert Groote gepropageerde levensstijl (de Moderne Devotie), buiten de veste van Hoorn een stuk grond kochten ter grootte van ruim vier hectare. Zij bouwden daarop een houten huis met de bedoeling daar later een klooster te stichten. Van hun plannen kwam echter niets terecht omdat Hoorn een jaar later in 1426 aangevallen werd door de Kennemers, aanhangers van Jacoba van Beieren (Hoeks).
Het stuk grond heeft daarna ruim dertig jaar braak gelegen totdat Tertianen uit Amsterdam het in bezit kregen en er een stenen huis bouwden. Nadat de Tertianen in 1462 waren toegetreden tot de kloosterorde van de Kruisheren werd het stenen huis feitelijk een klooster, het Sint-Pietersdalklooster.
Het klooster heeft vele stormen doorstaan, zoals de verwoesting door 6000 Kabeljauwse huursoldaten en vele branden. Steeds konden het klooster en de kerk weer worden opgebouwd dankzij giften van de stad Hoorn en de medewerking van vele inwoners.
Het klooster heeft tot 1572 bestaan. In dat jaar koos de stad Hoorn tijdens de Tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden de kant van de Prins van Oranje. Door die keuze, die ook een keuze ten gunste van de Reformatie was, werden vele katholieke religieuze goederen door de stad Hoorn geconfisqueerd en werden katholieke geestelijken waaronder de Kruisheren verzocht om Hoorn en dus het Sint-Pietersdalklooster te verlaten.

Het Sint-Pietershof
Eén van de gevolgen van de overgang van de stad Hoorn naar de Prins van Oranje was dat de stad Hoorn belast werd voor een aanzienlijk deel van de kosten van de Zuiderzeevloot.
Ter financiële compensatie vroeg het stadsbestuur aan de Prins van Oranje of zij het leegstaande Sint- Pietersdalklooster met al zijn boomgaarden voor niets in eigendom kon verkrijgen. Dit verzoek werd op 23 mei 1577, na goedkeuring door de Staten van Holland en Zeeland, gehonoreerd. De naam werd toen gewijzigd in Sint-Pietershof.

Oud Mannen en Vrouwen Huys
Na het verkrijgen van het Sint-Pietershof ging de stad Hoorn de kloostercellen ‘verhuren’ aan oude mannen. Deze mannen waren proveniers. Proveniers, ook wel kostkopers genoemd, zijn personen die zich, afhankelijk van leeftijd, conditie en geldelijk vermogen, tegen betaling van een geldbedrag ineens en de inbreng van goederen, inkochten voor levenslange kost en inwoning.
Na het sluiten van het Oude Vrouwenhuis in de Wisselstraat in 1636 kregen de oude mannen in het Sint-Pietershof gezelschap van oude vrouwen Sinds die tijd wordt het Sint-Pietershof aangeduid als het Oud Mannen en Vrouwen Huys. Tot op de dag van vandaag wonen er in het Sint-Pietershof mannen en vrouwen die in beginsel ouder zijn dan 55 jaar.
In 1617 besloot de stad Hoorn om de kloostergebouwen nagenoeg geheel te slopen, deels te verbouwen en uit te breiden. De meeste van de huidige gebouwen van het Sint Pietershof stammen feitelijk uit die tijd.
De kloosterkerk werd pas in 1692 gesloopt. Op die plaats werden de hoofdingang van het Sint-Pietershof en enkele woningen gebouwd.

Het Vierkant
De economische bloei van Hoorn in het begin van de Gouden eeuw trok veel nieuwe bewoners aan. Helaas nam daardoor ook het aantal criminelen, dronkaards en zwakzinnigen in de stad toe. In 1617 werd daarom besloten om een Tucht- en Dolhuis met 25 cellen te bouwen. Dit op zichzelf staande gebouw werd “Het Vierkant” genoemd en maakte onderdeel uit van het Sint-Pietershof.
Het Tucht- en Dolhuis werd in 1848 gesloten nadat de zwakzinnigen een plaats hadden gekregen in het nieuwe “Meerberg” in Bloemendaal en de criminelen en dronkaards naar het “Oostereiland” (De Krententuin) waren over gebracht.
Het cellencomplex werd vervolgens in gebruik genomen als Huis van Arrest door het Garnizoen dat tegenover het Vierkant gelegerd was.
Na het vertrek van het Garnizoen in 1924 werd het Vierkant verbouwd tot woningen en volledig bij het Sint-Pietershof getrokken.

Het college van regenten
Na de sloop, verbouw en uitbreiding in 1617 besloot de stad Hoorn in 1618 om het volledige beheer van het Sint-Pietershof in handen te geven van een college van regenten. Een situatie die nog steeds aan de orde is. Tot de Franse tijd (1795) werden de regenten benoemd door de vroedschap, daarna door de gemeenteraad en sinds de invoering van het politiek dualisme in 2001 door het college van burgemeester en wethouders van Hoorn.
Aangezien de naam college van regenten te veel deed denken aan de regententijd van voor 1795 werd het college van regenten in de Franse tijd eerst “Commissie van het Sint-Pietershof” genoemd (1797-1803) en daarna “Commissie tot de Zaken van het Oude Mannen- en Vrouwenhuis” (1803-1837).
In de periode 1837-1862 werd het beheer overgenomen door Jhr. mr. P. van Akerlaken, de “Administrateur van het Sint-Pietershof”. Van Akerlaken was in die periode de enige beheerder van het Sint-Pietershof. Na zijn dood in 1862 werd weer een voltallig college van regenten benoemd.

Restauraties van het Sint-Pietershof
In de loop der eeuwen hebben vele restauraties plaatsgevonden.
Te noemen is onder meer de nieuw gerealiseerde regentenkamer in 1755. Later is die verfraaid met goudleerbehang en een plafondschildering, elementen die thans nog steeds te bewonderen zijn.
Door de slechte financiële situatie van het Sint-Pietershof vonden in de negentiende eeuw geen noemenswaardige restauraties plaats.
De twintigste eeuw – en dan vooral de tweede helft daarvan – stond echter in het teken van grote restauraties.
Na de tweede wereldoorlog was de bouwkundige staat van het Sint-Pietershof slecht. Oorzaak achterstallig onderhoud en de slechte financiële situatie in het begin van de twintigste eeuw.
Ook was het monumentaal besef bij de gemeente Hoorn na de tweede wereldoorlog ver te zoeken. Er gingen bij de gemeente in de zestiger jaren van de vorige eeuw dan ook stemmen op om het Sint-Pietershof af te breken en op die plaats sociale woningen neer te zetten.
Afbreken was echter geen optie omdat het Sint-Pietershof in 1961 was opgenomen in het Nederlands Monumentenregister. Het gevolg was dat er in de periode 1967 tot 1973 een zeer omvangrijke restauratie heeft plaatsgevonden. Bevonden zich in het Sint-Pietershof voor die restauratie nog 100 woningen, daarna nog 49 en één oude woning, “De Stijlkamer”, bedoeld om te laten zien hoe men leefde in het Sint-Pietershof voordat deze restauratie van start ging.
In 1992 en 1993 vond er nog een restauratie plaats waarna er nog 45 woningen overbleven. Tijdens deze restauratie is de regentenkamer opgeknapt en in de oorspronkelijk blauwe kleur geschilderd.
De laatste restauratie, een cascorestauratie, vond plaats van 2012 tot 2014. Voorafgaande aan deze restauratie is asbest uit het Sint-Pietershof verwijderd. Aansluitend is het goudleerbehang van de regentenkamer van de muur gehaald, hersteld, verstevigd, schoongemaakt en voorzien van een veersysteem om het ongelijkmatig uitzakken tegen te gaan.

Financiële positie van het Sint-Pietershof
Ten tijde van het Sint-Pietersdalklooster moesten de Kruisheren regelmatig een stuk van hun grondbezit verkopen om onder meer aan hun onderhoudsplicht van een deel van de vestigingsmuur van Hoorn te kunnen voldoen.
Nadat de stad Hoorn het Sint-Pietershof in 1577 in bezit kreeg en er proveniers in werden gehuisvest bleek aan het einde van de zeventiende eeuw dat de berekende inkoopbedragen niet voldoende waren om de kosten voor de levenslange verzorging te dekken. Goede verzorging betekende dat de proveniers langer leefden en dus meer kosten met zich meebrachten. Door het aangaan van leningen en het aanvragen van subsidies bij de stad Hoorn trachtten de regenten de financiële positie van het Sint-Pietershof te verbeteren. Dit is feitelijk niet gelukt. Het gevolg was dat door de regenten aan het eind van de achttiende eeuw surseance van betaling werd aangevraagd. Het ameublement en het zilver werden verkocht en de suppoosten ontslagen. Alleen de conciërge bleef gehandhaafd.
Uiteindelijk kon liquidatie worden voorkomen omdat de proveniers langzaam maar zeker uitstierven en de vrijgekomen woningen uitsluitend nog werden verhuurd. Ook werden er andere geld genererende activiteiten ontwikkeld, zoals het huisvesten van de stadsverkoop (Venduezaal).
De financiële situatie bleef echter slecht omdat er onvoldoende geld was voor onderhoud. Dit resulteerde uiteindelijk in de vraag van de gemeente Hoorn in 1837 aan Jhr. mr. P. van Akerlaken, toen de gemeente-ontvanger, of hij orde op zaken wilde stellen. Hij was hiertoe bereid onder de voorwaarde “dat ik alleen zou beheeren, op al mijn voorstellen ondersteuning zou vinden en jegens het Gemeentebestuur tot niets anders zou zijn gehouden, dan tot het doen van behoorlijk rekening en verantwoording”.
Tot zijn dood in 1862 heeft hij er voor gezorgd dat in 25 jaar tijd een schuld van f 42.201 werd omgezet in een rentegevend vermogen van f 19.510.
Door de daarna benoemde regenten werd feitelijk op de winkel gepast. Deze situatie duurde tot begin zestiger jaren van de vorige eeuw toen de gemeente Hoorn en de regenten gedwongen waren om het Sint-Pietershof te restaureren omdat het Sint-Pietershof was opgenomen in het Nederlands Monumentenregister. Het college van regenten leende met garantie van de gemeente Hoorn circa f 2.000.000 om de restauratie te realiseren. De jaarlijkse tekorten als gevolg van de rentebetalingen en aflossingen van deze schuld werden door de gemeente Hoorn vergoed.
Thans in de eenentwintigste eeuw is deze schuld afgelost, zijn latere leningen nagenoeg afgelost en kan er eindelijk gezegd worden dat het Sint-Pietershof in rustig financieel vaarwater is gekomen.

Boeken over het Sint-Pietershof
Naar aanleiding van de restauratie van 1992-1993 is in de Bouwhistorische Reeks Hoorn in 1993 deel 1 verschenen over het Sint-Pietershof: C. Boschma-Aarnoudse, Sint-Pietershof te Hoorn Bedelnap en preuve, kruisheren en proveniers aan het Dal.

Ter gelegenheid van het feit dat het 400 jaar geleden was dat in 1618 een college van regenten in het Sint-Pietershof werd benoemd verscheen in 2019 het boek “400 jaar regenten in het Sint-Pietershof 1618-2018”, van Hans Regter. Dit boek kan worden besteld door €20 over te maken op rekeningnummer NL42 ABNA0558167292, t.n.v. Stichting Vrienden van het Sint-Pietershof o.v.v. adresgegevens. Na ontvangst van het bedrag wordt het boek geleverd.